Bergvrouwenmantel
SL. 1455
Rode Lijst: Gevoelig.
Alchemilla monticola Opiz
Familie Rosaceae.
Diagnostische kenmerken
Volgroeide bladstelen van de wortelbladen met recht afstaande haren (die van de jonge stelen met schuin omhooggerichte haren). Stengel meestal tot aan de bloemstelen behaard, de laatste aan de voet vaak met enkele haren. Kelkbuis dicht behaard of bij sommige planten geheel kaal. Bloemen in gedrongen bijschermen.
Hoogte bloeiende plant
0,08-0,30 m.
Bloeitijd
Mei-herfst.
Levensvorm
Hemikryptofyt.
Standplaats
Op vochtige tot vrij natte, grazige grond.
Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer zeldzaam in het Drents district, het Laagveendistrict, het Gelders district en het Subcentreuroop district.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 524