Rorippa amphibia (L.) Besser

Gele waterkers
SL. 1074

Rorippa amphibia (L.) Besser
Familie Brassicaceae.

Diagnostische kenmerken
Middelste en bovenste bladen bochtig getand of gezaagd. Vrucht veel korter dan de steel, (2,5-)3-5(-6) bij 1,7-2,5(-3) mm, met 1-2,5 mm lange snavel, ten slotte meestal teruggeslagen. Kroonbladen oranjegeel, (3,5-)4-5,5 mm lang. Onderste bladen meestal kamvormig veerspletig tot -delig, spoedig afvallend.

Hoogte bloeiende plant
0,40-1,20 m.
Bloeitijd
Mei-juni.
Levensvorm
Helofyt.

Standplaats
Aan en in zoet water, op drijftillen, in natte uiterwaarden, in grienden en moerasbossen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer algemeen, maar zeldzaam in het Estuariƫndistrict, de IJsselmeerpolders en het Zuidlimburgs district.
KFK 999.

Opmerking
Langs rivieroevers komt voor de vruchtbare bastaard Rorippa xanceps (Wahlenb.) Rchb. (FB. 1077) (= Rorippa amphibia x Rorippa sylvestris; syn. Rorippa xprostrata auct.) Deze vormt vaak bastaardzwermen. Van Rorippa sylvestris te onderscheiden door de grote eindslip van het blad (1/4-2/3 van de totale bladlengte), de meestal deels teruggeslagen vruchtstelen, de kortere, bredere vruchten en de langere snavels. Van Rorippa amphibia onderscheidbaar door de dieper ingesneden bladen en de langere vruchten.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 196

%LABEL% (%SOURCE%)