Equisetum fluviatile L.

Holpijp
SL. 0463.

Equisetum fluviatile L.
Familie Equisetaceae.

Diagnostische kenmerken
Stengel glad, gestreept door 14-30 onduidelijke ribben, heldergroen, rechtopstaand, onvertakt of later in het seizoen (spaarzaam) vertakt in het bovenste deel; centrale holte 0,8 van de middellijn van de stengel. Wortelstok kaal. Stengelscheden dicht aanliggend, tot 12 mm lang, groen tot bruin; tanden smal driehoekig, toegespitst, zwartachtig met groene voet, zonder of met zeer smalle vliezige rand. Eerste lid van de zijtakken korter dan tot ongeveer even lang als de stengelschede. Aren tot 15-25 mm lang, stomp.

Hoogte fertiele plant
0,30-1,00 m.
Bloeitijd
Mei-juli.
Levensvorm
Helofyt.

Standplaats
In ondiep, matig voedselrijk zoet water, in sloten, vennen, poelen, moerassen en broekbossen; vooral in kwelgebieden.

Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen; maar zeldzaam in het Noordelijk Estuariƫndistrict en Zuidlimburgs district.
KFK 998.

Opmerking
Voor de bastaard met Equisetum arvense zie Equisetum litorale(x).

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2212

%LABEL% (%SOURCE%)