Bromus racemosus L.

Trosdravik
SL. 1610

Rode Lijst: Kwetsbaar.

Bromus racemosus L.
Familie Poaceae.

Diagnostische kenmerken
Bladscheden met verspreide, dikke, stijve haren(zie Bromus racemosus 4.tif). Lemma's tamelijk stevig (perkamentachtig), met niet of nauwelijks verheven nerven. Palea korter tot bijna even lang als het lemma. Lemma's bijna altijd kaal. Helmknoppen 1-3 mm lang, minder dan half zo lang als het lemma. Bloeiwijze tros- tot pluimvormig, de takken ervan ook na de bloei merendeels schuin rechtopstaand.

Hoogte bloeiende plant
0,30-0,90 m.
Bloeitijd
Mei-juni.
Levensvorm
Therofyt.

Standplaats
Op natte tot vochtige, voedselrijke hooilanden en uiterwaarden, soms in open, omgewerkte bermen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeldzaam in het Fluviatiel district, elders zeer zeldzaam en deels adventief.
KFK 765.

Opmerking
Men onderscheidt de volgende ondersoorten:
Bromus racemosus subsp. racemosus en Bromus racemosus subsp. commutatus (Schrader) Syme.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):

Pagina 1970

%LABEL% (%SOURCE%)