Viola persicifolia Schreb.

Melkviooltje
SL. 1389

Rode Lijst: Bedreigd.

Viola persicifolia Schreb.
Familie Violaceae.

Diagnostische kenmerken
Plant met ondergrondse uitlopers. Stengel rechtopstaand. Bladen vaak dunner, aan de voet zwak hartvormig tot wigvormig. Bladsteel naar boven toe smal tot duidelijk gevleugeld. Bloemen melkwit. Spoor 2-3,5 mm lang, 0,5-2,5 mm voorbij de kelkaanhangsels reikend.

Hoogte bloeiende plant
0,02-0,30 m.
Bloeitijd
Mei-juni.
Levensvorm
Hemikryptofyt.

Standplaats
Op natte, matig voedselarme grond aan greppels in blauwgraslanden, op moerassige veen- en heidegrond.

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer zeldzaam in het Laagveendistrict, en de Pleistocene districten.
KFK 434.

Opmerkingen
- De volgende variƫteiten worden aangetroffen:
Viola persicifolia var. persicifolia en Viola persicifolia var. lacteaeoides W.Becker & Kloos. De taxonomische status van deze variƫteiten wordt thans onderzocht.
- De volkomen onvruchtbare bastaard Viola xritschliana W.Becker (FB. 1606) (= Viola canina x Viola persicifolia) komt voor in blauwgraslanden; deze is volkomen onvruchtbaar.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 477

%LABEL% (%SOURCE%)