Viola reichenbachiana Boreau

Donkersporig bosviooltje
SL. 1386

DOELSOORT.

Viola reichenbachiana Boreau
Familie Violaceae.

Diagnostische kenmerken
Spoor diep paars, aan de top niet of nauwelijks knotsvormig, niet gegroefd. Kelkaanhangsels korter dan 1 mm, na de bloei niet uitgroeiend. Kroonbladen paars met een iets roodachtige tint, aan de rand lichter, smaller dan bij Viola riviniana; zijdelingse kroonbladen de bovenste niet bedekkend.

Hoogte bloeiende plant
0,05-0,25 m.
Bloeitijd
Begin april-begin mei, soms weer september.
Levensvorm
Hemikryptofyt.

Standplaats
Op vochtige, kalkrijke of lemige grond in loofbossen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij zeldzaam in het Zuidlimburgs district, zeldzaam in het Subcentreuroop district, elders zeer zeldzaam.

Opmerkingen
- Na de bloei is het meestal niet goed mogelijk om vast te stellen of een plant tot deze soort of tot Viola riviniana behoort.
- De grotendeels onvruchtbare bastaard Viola xbavarica Schrank (FB. 1604) (= Viola reichenbachiana x Viola riviniana) komt hier en daar tussen de ouders voor.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 476

%LABEL% (%SOURCE%)