Key: Step 938. 476

476a. Spoor diep paars, aan de top niet of nauwelijks knotsvormig, niet gegroefd (zie Figuur). Kelkaanhangsels korter dan 1 mm (zie Figuur), na de bloei niet uitgroeiend. Kroonbladen paars met een iets roodachtige tint, aan de rand lichter, smaller dan bij de volgende soort; zijdelingse kroonbladen de bovenste niet bedekkend.

Donkersporig bosviooltje.

Viola reichenbachiana

476b. Spoor geelwit of blauw aangelopen, aan de top knotsvormig, gegroefd of ingedeukt (zie Figuur). Kelkaanhangsels langer dan 1 mm (zie Figuur), de onderste na de bloei uitgroeiend. Kroonbladen diep blauwpaars, zonder roodachtige tint; zijdelingse kroonbladen de bovenste aan de voet bedekkend.

Bleeksporig bosviooltje.

Viola riviniana
Decision path