Melilotus indicus (L.) All.

Kleine honingklaver
SL. 0811

Melilotus indicus (L.) All.
Familie Fabaceae.

Diagnostische kenmerken
Bloemen 2-3 mm lang; kroonbladen geel (bij drogen sterk verblekend!), vlag iets langer dan de zwaarden en de kiel. Bloemtrossen dichtbloemig en meestal kort. Steunblaadjes aan de voet vaak iets getand. Vrucht bijna bolvormig, 1,5-3 mm lang, sterk netvormig geaderd, kaal, eerst witachtig, later olijfgroen.

Hoogte bloeiende plant
0,10-0,40 m.
Bloeitijd
Juni-oktober.
Levensvorm
Therofyt.

Standplaats
Op open, natte tot vochtige, voedselrijke grond, vooral langs rivieren en spoorwegen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer zeldzaam in het Zuidlimburgs district en het aangrenzende Fluviatiel district en in Urbane gebieden.
KFK 533.

Opmerking
Bij het drogen of verwelken verspreiden de meeste soorten Melilotus een sterke tofee-geur.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 444

%LABEL% (%SOURCE%)