Impatiens glandulifera Royle

Reuzenbalsemien
SL. 1862

Impatiens glandulifera Royle
Familie Balsaminaceae.

Diagnostische kenmerken
Bladen tegenoverstaand of in kransen van 3, scherp getand. Stengel op de knopen verdikt en met gesteelde klieren. Bloemen in pluimen, paarsrood of rood, soms wit. Spoor kort.

Hoogte bloeiende plant
0,60-2,00 m.
Bloeitijd
Juli-oktober.
Levensvorm
Therofyt.

Standplaats
Aan waterkanten en op natte tot vrij vochtige, beschaduwde plaatsen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen, voornamelijk in het Fluviatiel district en in Urbane gebieden.
Ook als tuinplant.
Oorspronkelijk uit de Himalaya en India.
KFK 478.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 468: Impatiens - Springzaad

%LABEL% (%SOURCE%)