Waterpunge
SL. 1135
Samolus valerandi L.
Familie Primulaceae.
Diagnostische kenmerken
Plant kaal. Bladen omgekeerd eirond, gaafrandig, iets vlezig, verspreid, de onderste in een rozet. Bloemen in eindelingse trossen; bloemstelen geknikt en in de knik met een steelblaadje. Bloemkroon wit, ongeveer 2 maal zo lang als de kelk. Vruchtbeginsel halfonderstandig.
Hoogte bloeiende plant
0,05-0,50 m.
Bloeitijd
Juni-herfst.
Levensvorm
Hemikryptofyt, Helofyt (meestal tweejarig).
Standplaats
Op open, natte, matig voedselrijke of brakke grond in duinvalleien, laagveenmoerassen, aan greppelranden en op drassige kapvlakten.
Zeldzaamheid en verspreiding
Plaatselijk vrij algemeen in het Maritiem district, de Duindistricten en de Hafdistricten, en langs het IJsselmeer; zeldzaam in het Subcentreuroop district, elders zeer zeldzaam.
KFK 777.
Opmerking
Niet-bloeiende rozetten lijken op die van Bellis perennis - Madeliefje; deze heeft echter gekartelde, behaarde bladen.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 123
Pagina 914