Kleine pimpernel
SL. 5450
Rode Lijst: Kwetsbaar.
Sanguisorba minor Scop. subsp. minor
Familie Rosaceae.
Diagnostische kenmerken
Stengel onderaan behaard, zelden kaal. Blaadjes zittend of kort gesteeld. Bloemhoofdjes kogel- tot eivormig. Schijnvrucht 3-5 mm lang, met smalle lijsten en min of meer duidelijke netvormige adering, glad.
Hoogte bloeiende plant
0,15-0,60 m.
Bloeitijd
Mei-juli, soms tot de herfst.
Levensvorm
Hemikryptofyt.
Standplaats
Op min of meer droge, kalkhoudende grond in graslanden, in dijkbermen, op hellingen en langs struikgewas.
Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij zeldzaam in het Zuidlimburgs district; zeldzaam in het Fluviatiel district en het aangrenzende Gelders district en het Subcentreuroop district, en in het Renodunaal district; zeer zeldzaam in het Kempens district en elders in het Subcentreuroop district.
Opmerking
Op rivierdijken na dijkverzwaring vaak abusievelijk vervangen door de Sanguisorba minor subsp. balearica (Bourgeau ex Nyman) Muños Garm. & C.Navarro.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 532: Sanguisorba minor ondersoorten