Equisetum variegatum Schleich.

Bonte paardenstaart
SL. 0471

Rode Lijst: Bedreigd.

Equisetum variegatum Schleich.
Familie Equisetaceae.

Diagnostische kenmerken
Stengel alleen bij de voet met enkele zijtakken, of onvertakt, glad, tot 2(-3) mm dik, met 6-10 afgeplatte of gegroefde ribben. Stengelscheden iets opgeblazen, de hogere (niet de bovenste) onder de tanden met een doorlopende, zwartachtige band; tanden zeer breed witvliezig gerand. Wortelstok kaal. Aren tot 1 cm lang, eindelings, soms ook aan enkele zijtakken, met een scherpe spits.

Hoogte fertiele plant
0,10-0,40 m.
Bloeitijd
Juni-augustus.
Levensvorm
Chamaefyt.

Standplaats
Op open of laag begroeide, vochtige, kalkhoudende zand- en zavelgrond, vooral in duinvalleien en afgravingen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer zeldzaam in de Duindistricten, het Zuidlimburgs district en het Fluviatiel district, de IJsselmeerpolders en het Estuariƫndistrict.

Opmerkingen
- In vegetatieve staat goed onderscheidbaar van Equisetum palustre door de enkele rijen witte huidmondjes aan weerszijnden van de stengelribben (loep!).
- Voor de bastaard met Equisetum hyemale zie bastaard Equisetum trachyodon(x).

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2217

%LABEL% (%SOURCE%)