Citroengele honingklaver
SL. 0812
Melilotus officinalis (L.) Pall.
Familie Fabaceae.
Diagnostische kenmerken
Bloemen 4-7 mm lang; kroonbladen lichtgeel (bij drogen sterk verblekend!); zwaarden langer dan de kiel en de vlag. Vrucht 3-5 mm lang, stomp en stekelpuntig, dwars gerimpeld, kaal, meestal 1-zadig, bruin wordend.
Hoogte bloeiende plant
0,30-1,50 m.
Bloeitijd
Juli-oktober.
Levensvorm
Hemikryptofyt (monocarp).
Standplaats
Op open, vochtige tot droge, omgewerkte grond in bermen en langs spoorwegen.
Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen, vooral in Urbane gebieden; vrij zeldzaam in het Gelders district, het Subcentreuroop district en het Drents district; zeldzaam in het Waddendistrict.
Ook uitgezaaid.
KFK 778.
Opmerking
Bij het drogen of verwelken verspreiden de meeste soorten Melilotus een sterke tofee-geur.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 445