Zilte rus
SL. 0683
Juncus gerardii Loisel.
Familie Juncaceae.
Diagnostische kenmerken
Stijl (zonder de stempels!) 0,5-0,8 mm lang (zowel tijdens als na de bloei); stijl bij rijpe vruchten tenslotte afbrekend en dan even lang als bij Juncus compressus. Helmhokjes 1,2-1,7 mm lang. Vrucht even lang als of weinig langer dan de bloemdekbladen; deze donkerbruin (minder vaak lichtbruin) met groene middenstreep, 2,5-3 mm lang. Stengel meestal rond.
Hoogte bloeiende plant
0,05-0,50(-0,80) m.
Bloeitijd
Juni-augustus.
Levensvorm
Geofyt.
Standplaats
Op zilte gronden binnen- en buitendijks; na ontzilting lang standhoudend in duinvalleien.
Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in het Maritiem district, het Estuariëndistrict en de Duindistricten; plaatselijk vrij algemeen in
de Hafdistricten en langs het IJsselmeer; elders zeer zeldzaam.
KFK 887.
Opmerkingen
- Juncus gerardii en Juncus compressus zijn veelvuldig verwisseld.
- Vóór de bloei zijn er, voor zover bekend, geen betrouwbare manieren om deze van Juncus compressus te onderscheiden.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1706