Arrhenatherum elatius (L.) P.Beauv. ex J.Presl & C.Presl

Glanshaver
SL. 0096

Arrhenatherum elatius (L.) P.Beauv. ex J.Presl & C.Presl
Familie Poaceae.

Diagnostische kenmerken
Onderste bladschede kort behaard tot kaal, bovenste kaal. Onderste bladen kort zacht behaard, de bovenste meestal kaal. Bloeiwijze rechtopstaand of aan de top knikkend, de onderste pluimtakken in halve kransen van 5-8, de langere takken 3 of meer aartjes dragend. Aartjes 2(-4)-bloemig; onderste bloem mannelijk (na de bloei leeg) of zelden tweeslachtig, het lemma vanaf halverwege de rugzijde met een lange naald; tweede bloem tweeslachtig, het lemma met een nabij de top ontspringende, meestal korte naald of zonder naald, zelden met een langere, van halverwege de rugzijde ontspringende naald.

Hoogte bloeiende plant
0,50-1,50 m.
Bloeitijd
Mei-september.
Levensvorm
Hemikryptofyt, Geofyt.

Standplaats
Op vochtige tot droge, voedselrijke grazige grond en in lichte loofbossen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer algemeen; vrij zeldzaam in het Drents district en het Waddendistrict. Ook als tuinplant, dan vaak met wit gestreepte bladen.
KFK 999.

Opmerking
- Wegens de variabiliteit van de aartjes (aantal bloemen, genaaldheid van de lemma's, geslachtsverdeling) kan verwarring met Van Helictotrichon pubescens onderscheidbaar door de in knop gerolde, geribde bladen.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1953
Pagina 1973

%LABEL% (%SOURCE%)