Zandstruisgras
SL. 1545
Agrostis vinealis Schreb.
Familie Poaceae.
Diagnostische kenmerken
Palea ontbrekend of hoogstens tot 0,3 maal zo lang als het lemma. Wortelstokken lang en met strokleurige, meestal niet tot vezels verwerende schubben. Lemma's meestal vrij lang genaald. Tongetje van het bovenste blad lang en spits, niet gerafeld. Bloeiwijze tijdens en na de bloei smal, samengetrokken.
Hoogte bloeiende plant
0,10-0,60 m.
Bloeitijd
(Juni-)juli-augustus.
Levensvorm
Hemikryptofyt.
Standplaats
Op droge, kalkarme, min of meer open zandgrond, vooral op stuifzand en in de heide.
Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in de Pleistocene districten en plaatselijk in de Duindistricten; elders adventief met zand.
Opmerkingen
- Een van de moeilijkste geslachten van de familie, mede omdat de planten alleen door een combinatie van bloem- en vegetatieve kenmerken gekarakteriseerd worden. Voor het onderzoek van de bloemen is een 20 maal vergrotend stereomicroscoop eigenlijk onontbeerlijk. Voor een juiste determinatie is het noodzakelijk om tevens de ondergrondse delen te onderzoeken (aan- of afwezigheid van wortelstokken; aantal schubben van de wortelstokken en de consistentie ervan). De indruk bestaat dat tussenvormen tussen de hier als soorten opgevoerde taxa niet zelden voorkomen; mogelijk zijn niet alle tussenvormen als bastaarden te beschouwen.
- Vaak verward met Agrostis capillaris, speciaal planten waarbij de kafnaalden kort zijn of ontbreken.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1890
Pagina 1940