Noorse ganzerik
SL. 1726
Potentilla norvegica L.
Familie Rosaceae.
Diagnostische kenmerken
Alle bladen 3-tallig (of zelden enkele onderste bladen 5-tallig geveerd). Kelk in de vruchttijd sterk vergroot, tijdens de bloei ca. 5 mm lang, in vruchttijd ca. 10 mm lang. Kroonbladen 4-5 mm lang, korter of even lang als de kelkbladen, geel.
Hoogte bloeiende plant
0,15-0,50 m.
Bloeitijd
Juni-september.
Levensvorm
Therofyt, Hemikryptofyt.
Standplaats
Op droge tot vrij vochtige, voedselrijke, meestal omgewerkte grond aan bermen, op spoorwegterreinen.
Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij zeldzaam in de Pleistocene districten en Urbane gebieden, zeer zeldzaam in het Zuidlimburgs district en het Fluviatiel district.
KFK 556.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 506