Vaccinium myrtillus L.

Blauwe bosbes
SL. 1329

Vaccinium myrtillus L.
Familie Ericaceae.

Diagnostische kenmerken
Takken scherpkantig. Bladen gekarteld-getand, aan weerszijden lichtgroen, eirond of elliptisch, spits tot vrij stomp. Bloemkroon groenachtig, roodachtig aangelopen. Bes blauwzwart, met purperkleurig sap, zelden wit, weinig zuur, eetbaar.

Hoogte bloeiende plant
0,15-0,50(-1,50) m.
Bloeitijd
April-juni(-herfst).
Levensvorm
Chamaefyt (Fanerofyt).

Standplaats
Op vochtige tot droge, zure grond in bossen, in heidevelden, op veendijkjes in hoogveen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in de Pleistocene districten, vrij zeldzaam in het Zuidlimburgs district; zeer zeldzaam in het Laagveendistrict en de Duindistricten.
KFK 888.

Opmerking
De bastaard Vaccinium xintermedium Ruthe ( FB. 1602) (= Vaccinium myrtillus x Vaccinium vitis-idaea)) is op verscheidene plaatsen gevonden, meestal met zwartblauwe, soms met rode bessen. Deze bastaard is in de overige kenmerken intermediair tussen beide oudersoorten. Hij is grotendeels onvruchtbaar. (Nederlandse Oecologische Flora 3: 49; Gorteria 13: 27)

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 145

%LABEL% (%SOURCE%)