Inula conyzae (Griess.) Meikle

Donderkruid
SL. 0663

Doelsoort.

Inula conyzae (Griess.) Meikle
Familie Asteraceae.

Diagnostische kenmerken
Bladen gesteeld of met versmalde voet zittend. Bloemkroon van de randbloemen korter dan tot even lang als het omwindsel, de bloemkroon buisvormig tot kort-lintvormig, 3-tandig, geel- of roodachtig. Hoofdjes tot 6 mm breed, in tuilen. Buisbloemen lichtbruin of gelig.

Hoogte bloeiende plant
0,30-1,10 m.
Bloeitijd
Juli-oktober.
Levensvorm
Hemikryptofyt.

Standplaats
Op min of meer open plaatsen op droge, kalkhoudende, hellende, grazige grond.

Zeldzaamheid en verspreiding
Plaatselijk vrij algemeen in het Renodunaal district, vrij zeldzaam in het Zuidlimburgs district en het Estuariƫndistrict, zeer zeldzaam in het Kem[ens district, het Subcentreuroop district, het Vlaams district en de IJsselmeerpolders.
KFK 566.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1521: Inula - Alant
Pagina 1566

%LABEL% (%SOURCE%)