Cotula coronopifolia L.

Goudknopje
SL. 1760

Cotula coronopifolia L.
Familie Asteraceae.

Diagnostische kenmerken
Kleine water- of moerasplanten, kaal. Hoofdjes klein, tot 1 cm breed, geel, lang gesteeld. Bladen lijnlancet- tot lancetvormig, gaafrandig tot veerdelig, aan de voet met een wijde, stengelomvattende schede. Nootjes van de randstandige bloemen gevleugeld. Pappus ontbrekend. Bloemhoofdjesbodem vlak, zonder stroschubben.

Hoogte bloeiende plant
0,10-0,50 m.
Bloeitijd
Juli-oktober.
Levensvorm
Therofyt (ook Helofyt?).

Standplaats
Op drooggevallen, zilte tot brakke of recent ingepolderde grond.

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer zeldzaam in het Maritiem district (Lauwersmeer), de IJsselmeerpolders, het Laagveendistrict, het Estuariƫndistrict en het Subcentreuroop district; deels onbestendig.
Oorspronkelijk uit Zuid-Afrika.
KFK 024.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1566

%LABEL% (%SOURCE%)