Solanum nigrum subsp. schultesii

Beklierde nachtschade
SL. 1738

Solanum nigrum subsp. schultesii (Opiz) Wessely
Familie Solanaceae.

Diagnostische kenmerken
Stengel minder duidelijk kantig, met gladde lijsten, onderaan meestal behaard, de jongere delen dicht behaard, met afstaande, gewone haren en lange klierharen (b in Solanum nigrum 2.tif). Bladen bijna steeds regelmatig grof getand, zelden alleen met een bochtige rand, eerst vrij dicht behaard, later kaal wordend.

Hoogte bloeiende plant
0,05-0,50 m.
Bloeitijd
Juli-oktober.
Levensvorm
Therofyt.

Standplaats
Op open, min of meer vochtige, voedselrijke, omgewerkte, vaak stenige grond in het stedelijk gebied en langs rivieren.

Zeldzaamheid en verspreiding
Plaatselijk algemeen in Urbane gebieden, elders zeer zeldzaam.
Oorspronkelijk uit Zuid- en Oost-Europa.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 978: Ondersoorten van S. nigrum

%LABEL% (%SOURCE%)