Carex arenaria L.

Zandzegge
SL. 0215

Carex arenaria L.
Familie Cyperaceae.

Diagnostische kenmerken (zie ook opmerkingen bij Geslacht Carex)
Bloeiwijze variabel; bovenste aren vaak geheel mannelijk of de eindstandige ook met vrouwelijke bloemen; middelste aren meestal aan de voet en aan de top met mannelijke bloemen; onderste aren vaak alleen met vrouwelijke bloemen. Urntjes duidelijk generfd, breed gevleugeld, 3,5-5,5 mm lang. Nootjes met 4 stompe hoeken, min of meer trapeziumvormig. Wortelstok 2-3(-4) mm dik.

Bloeitijd
April-juni.
Levensvorm
Hemikryptofyt, Geofyt.

Standplaats
Op droge (soms op vochtige), open of beschaduwde zandgrond, vooral in de duinen, in stuifzandgebieden en op rivierduinen, ook in heiden.

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer algemeen in de Duindistricten, vrij algemeen in de Pleistocene districten en het Fluviatiel district, elders adventief met zand.

Opmerking
Bij schaduwvormen buigen de stengels voorover, meestal zonder de grond te raken.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2092

%LABEL% (%SOURCE%)