Watergras
SL. 0274
Catabrosa aquatica (L.) P.Beauv.
Familie Poaceae.
Diagnostische kenmerken
Stengels aan de onderste knopen wortelend. Bladen grasgroen, zacht en vrij slap, glad. Bloeiwijze pluimvormig, de takken alzijdig uitstaand; spil tussen de (halve) kransen van de zijtakken vaak iets opgeblazen. Aartjes 2,5-4 mm lang, 1- of 2-bloemig; lemma aan de top vliezig, meestal paarsrood aangelopen, veel langer dan de klekkafjes.
Hoogte bloeiende plant
0,20-0,70.
Bloeitijd
Mei-herfst.
Levensvorm
Helofyt, Hemikryptofyt
Standplaats
Aan en in ondiep, zoet, stikstofrijk water.
Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in het Laagveendistrict; vrij algemeen in de IJsselmeerpolders langs het Veluwemeer; zeldzaam in het Renodunaal district, het Noordelijk kleidistrict en het Drents district; elders zeer zeldzaam.
KFK 677.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1833
Pagina 1883
Pagina 1993
Pagina 1999