Tormentil
SL. 1008
Potentilla erecta (L.) Raeusch.
Familie Rosaceae.
Diagnostische kenmerken
Stengel liggend tot boogvormig opstijgend, niet wortelend. Vruchtjes 2-8, zelden meer. Kroonbladen bijna altijd 4; 3-6 mm lang, meestal iets langer dan de kelk, lichter geel dan bij Potentilla anglica. Wortelbladen 3-, zelden 4-, of 5-tallig. Stengelbladen meestal zittend, soms kort gesteeld, met relatief grote steunblaadjes, de middelste tand van het eindblaadje langer dan de naburige tanden.
Hoogte bloeiende plant
0,15-0,50 m.
Bloeitijd
Juni-augustus.
Levensvorm
Hemikryptofyt.
Standplaats
Op natte tot vochtige, zure tot zwak zure grond in heiden, schraallanden en duinvalleien.
Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in de Pleistocene districten en plaatselijk in de Duindistricten; vrij zeldzaam in het Zuidlimburgs district en het Laagveendistrict; elders zeer zeldzaam; ontbreekt in het Estuariëndistrict en de IJsselmeerpolders.
KFK 998.
Opmerking
De bastaard Potentilla xsuberecta Zimmeter (FB. 1578) (= Potentilla anglica x Potentilla erecta) is sterk verminderd vruchtbaar en intermediair tussen de oudersoorten, maar valt op door de grote, pluimvormige bloeiwijze.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 510