Witte krodde
SL. 1281
Thlaspi arvense L.
Familie Brassicaceae.
Diagnostische kenmerken
Plant geelgroen. Stengel kantig. Stengelbladen met pijlvormige voet, meestal bochtig getand. Kroonbladen 3-4 mm lang. Vruchten (zonder de vleugels) elliptisch, 7-12 mm lang, de vleugels vanaf de voet breed, aan de top tot 4 mm breed; hokjes 5-8-zadig. Zaden met lage, concentrische ribbels.
Hoogte bloeiende plant
0,15-0,50 m.
Bloeitijd
Mei-september.
Levensvorm
Therofyt.
Standplaats
Op open, vochtige, voedselrijke grond in akkers, vooral op kleigrond, ook in bermen en op omgewerkte grond.
Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in de Hafdistricten en het Fluviatiel districten en de Duindistricten; vrij zeldzaam in de Pleistocene districten, de IJsselmeerpolders en Her Zuidlimburgs district.
KFK 888.
Opmerking
Van Lepidium-soorten verschillend in de 2- of meerzadige hokjes van de vruchten.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 273