Dryopteris cristata (L.) A.Gray

Kamvaren
SL. 0420

Dryopteris cristata (L.) A.Gray
Familie Dryopteridaceae.

Diagnostische kenmerken
Vruchtbare bladen rechtopstaand, met de onderste deelblaadjes tot een kwart slag gedraaid ten opzichte van de bladspil, en met de bladsteel meestal half zo lang als de bladschijf of langer. Bladslippen ondiep gezaagd, de tanden kort stekelpuntig. Onvruchtbare bladen duidelijk korter dan de vruchtbare, met een kortere, maar niet smallere bladschijf.

Hoogte fertiele plant
0,30-0,80 m.
Bloeitijd
Juli-september.
Levensvorm
Hemikryptofyt.

Standplaats
Op natte, voedselarme grond in veenmosrietland; ook in moerasbos, aan de rand van hoogveen- en, aan bosgreppels, in vrij zure duinvalleien, zelden op natte muren.

Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij zeldzaam, maar plaatselijk vrij algemeen in het Hafdistricten en het Drents district, elders zeer zeldzaam.
KFK 676.

Opmerking
De bastaard Dryopteris xuliginosa (A.Braun ex Döll) Kuntze ex Druce (FB. 1564) (= Dryopteris carthusiana x Dryopteris cristata) is onvruchtbaar. De algemene habitus is als van Dryopteris cristata, maar blaadjes zijn spitser en fijner verdeeld. Voornamelijk in veenmosrietlanden. Zeer zeldaam in Drents district en aangrenzend Laagveendistrict.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2172

%LABEL% (%SOURCE%)