Schoenoplectus lacustris (L.) Palla

Mattenbies
SL. 1155

Schoenoplectus lacustris (L.) Palla
Familie Cyperaceae.

Diagnostische kenmerken
Stengel rolrond. Wortelstok hard en gemakkelijk brekend, eerst wit, later roodbruin. Stengel meestal licht- of donkergroen, soms blauw- of grijsgroen, aan de voet niet knotsvormig verdikt. Voor en tijdens de bloei meestal 2-12 bladen met duidelijke schijf; bladscheden in vezels verwerend. Aren langwerpig tot langwerpig-eivormig. Kafjes glad of hoogstens op de middennerf met rode wratjes, meestal bruin. Stempels 3. Helmbindsel aan de top gebaard. Nootje stomp driekantig, 2,5-3 mm lang.

Hoogte bloeiende plant
0,75-3,50 m.
Bloeitijd
Juni-augustus(-herfst).
Levensvorm
Helofyt.

Standplaats
In zoet, soms in brak water langs plassen, rivieren en kanalen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in het Fluviatiel district, vrij algemeen in de Hafdistricten, vrij zeldzaam in de Pleistocene districten en het Renodunaal district, elders zeer zeldzaam.
Ook aangeplant.

Opmerkingen
- In stilstaand en stromend water tot 3 m diep kan zich een watervorm ontwikkelen met 2-rijige, lintvormige, 25-200 cm lange, (1,5-)3-9 mm brede bladen. Bloeit zelden; het best ontwikkeld in het voorjaar. Van Schoenoplectus tabernaemontani is geen watervorm bekend.
- De bastaard Schoenoplectus xcarinatus (Sm.) Palla (FB. 1598) (= Schoenoplectus lacustris x Schoenoplectus triqueter) is intermediair tussen de ouders en verminderd vruchtbaar. Stengel onderaan rond, boven het midden stomp driekantig; nootje lensvormig; kafjes zonder of met vrij veel rode wratjes.
- Een mogelijke kunstmatige hybride van Schoenoplectus lacustris en Schoenoplectus tabernaemontani is onder de naam Scirpus lacustris L. subsp. flevensis D.Bakker vermeld van de kust van het IJsselmeer tussen Ketelen Ganzendiep, bij Vollenhove; in Zuid- en Noordoost-Friesland. (Nederlandse Oecologische Flora 5: 252; Atlas van de Nederlandse Flora 1: 181)

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2052

%LABEL% (%SOURCE%)