Key: Step 4122. 2052

2052a. Wortelstok hard en gemakkelijk bre-kend, eerst wit, later roodbruin. Stengel meest-al licht- of donkergroen, soms blauw- of grijs-groen, de voet niet knotsvormig verdikt. Voor en tijdens de bloei meestal 2-12 bladen met duidelijke schijf; bladscheden in vezels verwe-rend. Aren langwerpig tot langwerpig-eivormig. Kafjes glad of op de middennerf met rode wrat-jes, meestal bruin. Stempels 3. Nootje stomp driekantig, 2,5-3 mm lang. Mattenbies.

Schoenoplectus lacustris

2052b. Wortelstok zacht en taai, eerst wit, later geel of geelbruin. Stengel blauw- of grijsgroen, aan de voet meestal duidelijk knotsvormig verdikt. Voor en tijdens de bloei geen of slechts 1 blad met duidelijke schijf; bladscheden niet of nauwelijks in vezels verwerend. Aren eivormig tot langwerpig. Kafjes meestal door talrijke rode wratjes ruw, roodbruin. Stempels meestal 2, zelden 3. Nootje lensvormig, 2-2,5 mm lang.
Ruwe bies.

Schoenoplectus tabernaemontani
Decision path