Schoenoplectus tabernaemontani (C.C.Gmel.) Palla

Ruwe bies
SL. 1161

Schoenoplectus tabernaemontani (C.C.Gmel.) Palla
Familie Cyperaceae.

Diagnostische kenmerken
Stengel rolrond. Wortelstok zacht en taai, eerst wit, later geel of geelbruin. Stengel blauw- of grijsgroen, aan de voet meestal duidelijk knotsvormig verdikt. Voor en tijdens de bloei geen of slechts 1 blad met duidelijke schijf; bladscheden niet of nauwelijks in vezels verwerend. Aren eivormig tot langwerpig. Kafjes meestal door talrijke rode wratjes ruw, roodbruin. Stempels meestal 2, zelden 3. Helmbindsel aan de top zeer kort gebaard, soms kaal. Nootje lensvormig, 2-2,5 mm lang.

Hoogte bloeiende plant
0,50-2,80 m.
Bloeitijd
Juni-herfst.
Levensvorm
Helofyt.

Standplaats
Aan oevers, in jonge duinplassen en in rietlanden, vooral aan brak water.

Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in de Duindistricten, het Laagveendistrict en het Noordelijk kleidistrict en langs het IJsselmeer; overigens zeer zeldzaam.
Ook aangeplant.

Opmerkingen
- Een mogelijke kunstmatige hybride van Schoenoplectus lacustris en Schoenoplectus tabernaemontani is onder de naam Scirpus lacustris L. subsp. flevensis D.Bakker vermeld van de kust van het IJsselmeer tussen Ketelen Ganzendiep, bij Vollenhove; in Zuid- en Noordoost-Friesland. (Nederlandse Oecologische Flora 5: 252; Atlas van de Nederlandse Flora 1: 181)
- De bastaard Schoenoplectus xkuekenthalianus (Junge) Kent (FB. 1599) (= Schoenoplectus tabernaemontani x Schoenoplectus triqueter; synoniem: Schoenoplectus xscheuchzeri Brügger) is intermediair tussen de ouders en verminderd vruchtbaar. Stengel onderaan rond, boven het midden stomp driekantig; nootje lensvormig; kafjes zonder of met vrij veel rode wratjes.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2052

%LABEL% (%SOURCE%)