Zwarte toorts
SL. 1340
Verbascum nigrum L.
Familie Scrophulariaceae.
Diagnostische kenmerken
Helmdraden paars-wollig. Alle 5 meeldraden gelijk, alle met een dwarsgeplaatste helmknop. Rozetbladen en onderste stengelbladen tamelijk plotseling in de 5-20 cm lange steel versmald, met hartvormige of iets scheve, soms kort langs de steel aflopende voet. Plant overblijvend. Bloemkroon geel, aan de voet bloedrood gevlekt.
Hoogte bloeiende plant
0,60-1,50 m.
Bloeitijd
Juni-september.
Levensvorm
Hemikryptofyt.
Standplaats
Op droge, matig voedselrijke grond in zandige bermen en op dijken, langs spoorwegen.
Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij zeldzaam, maar plaatselijk vrij algemeen in het Zuidlimburgs district, het Fluviatiel district, de Pleistocene districten, het Renodunaal district en in Urbane gebieden, elders zeer zeldzaam.
KFK 667.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1002