Plantago coronopus L.

Hertshoornweegbree
SL. 0944

Plantago coronopus L.
Familie Plantaginaceae.

Diagnostische kenmerken
Bladen meestal veerspletig of dubbel veerspletig, bij kleine planten soms lijnvormig, weinig getand of gaafrandig. Aarstelen rolrond. Aren cilindrisch. Schutbladen eirond, plotseling toegespitst. Achterste kelkslippen met een vliezig gevleugelde, gewimperde kiel, de voorste ongevleugeld. Kroonbuis behaard, de slippen witachtig. Doosvrucht eivormig, 4- of 5- zadig.

Hoogte bloeiende plant
0,05-0,30 m.
Bloeitijd
Juni-september.
Levensvorm
Hemikryptofyt (vaak tweejarig).

Standplaats
Op open, vochtige tot droge, zilte of voedselrijke grond in het kustgebied, op groene stranden, hoge schorren en kwelders, zeedijken, in droog grasland en op betreden plaatsen; in het binnenlandlangs wegen op bepekelde plaatsen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in het Maritiem district, vrij algemeen in de Duindistricten en het Estuariƫndistrict; elders plaatselijk algemeen langs wegen; ontbreekt in het Zuidlimburgs district.
KFK 777.

Opmerking
Kleine exemplaren van Plantago coronopus kunnen lijnvormige bladen hebben en dan sterk lijken op Plantago maritima, die ook lijnvormige bladen heeft. De bladen van Plantago coronopus zijn 1-nervig; die van Plantago maritima 3-5-nervig.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 993

%LABEL% (%SOURCE%)