Utricularia australis R.Br.

Loos blaasjeskruid
SL. 1325

Utricularia australis R.Br.
Familie Lentibulariaceae.

Diagnostische kenmerken
Onderlip van de bloemkroon vlak. Bovenlip tot 2 maal zo lang als het gehemelte (Utricularia vulg & aust.tif ). Vruchtstelen recht, schuin afstaand of vaak naar boven tegen de as van de bloeiwijze aangedrukt, na de bloei verlengd, 3-5 maal zo lang als de schutbladen. Bloemkroon geel met oranje gestreept gehemelte.

Hoogte bloeiende plant
0,30-1,50 m.
Bloeitijd
Juni-augustus.
Levensvorm
Hydrofyt.

Standplaats
In sloten, kanalen, vennen en duinplassen met matig voedselarm water.

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeldzaam in de Pleistocene districten, zeer zeldzaam in het Fluviatiel district, het Laagveendistrict en de Duindistricten.

Opmerking
Zowel Utricularia vulgaris als Utricularia australis komt in minder voedselrijk water vaak niet tot bloei. Ze zijn dan meestal niet met zekerheid te onderscheiden. Hierdoor is de verspreiding van beide, met name in de Pleistocene districten, nog onvoldoende bekend.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2286

%LABEL% (%SOURCE%)