Crepis biennis L.

Groot streepzaad
SL. 0371

Crepis biennis L.
Familie Asteraceae.

Diagnostische kenmerken
Hoofdjes 2-3,5 cm breed; omwindsel 8-13 mm lang. Nootjes met (10-)13-20 ribben, 4-7,5 mm lang. Buitenste omwindselbladen van het hoofdje afstaand. Binnenste omwindselbladen van binnen behaard (loep!). Stijlen geel. Bladen verspreid ruw behaard, veerdelig.

Hoogte bloeiende plant
0,40-1,20 m.
Bloeitijd
Mei-augustus.
Levensvorm
Hemikryptofyt.

Standplaats
Op vochtige, voedselrijke grond in graslanden, op dijken en in bermen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij algemeen in het Fluviatiel district en het Zuidlimburgs district, zeldzaam in het Kempens district, het Estuariƫndistrict, het Laagveendistrict en het Renodunaal district, elders zeer zeldzaam.
KFK 877.

Opmerking
Vaak verward met andere gele composieten; vooral Crepis capillaris en Crepis vesicaria worden nogal eens voor Crepis biennis aangezien.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1649

%LABEL% (%SOURCE%)