Carex elata All.

Stijve zegge
SL. 0237

Carex elata All.
Familie Cyperaceae.

Diagnostische kenmerken (zie ook opmerkingen bij Geslacht Carex)
Onderste bladscheden geelbruin, zonder bladschijf, sterk rafelend, de stengel aan de voet met een fijn vezelnet omgevend. Bladen 2-7 mm breed, grijs-, zelden grasgroen. Bladrand bij het drogen met naar beneden omrollende randen. Mannelijke aren 1-3, 2-5(-7) cm lang. Vrouwelijke aren 1-4, 1,5-7 cm lang. Urntjes 3-5 mm lang. Plant zonder wortelstokken, in dichte pollengroeiend. Onderste schutblad korter dan de bloeiwijze.

Hoogte bloeiende plant
0,50-1,00 m.
Bloeitijd
April-mei.
Levensvorm
Hemikryptofyt, Helofyt.

Standplaats
Aan waterkanten, in moerassen en moerasbossen, in voedselrijker wordende heidevennen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Plaatselijk vrij algemeen in het noorden van het Laagveendistrict en het aangrenzend Drents district, voorts in het Kempens district, het Subcentreuroop district en het noorden van het Drents district; elders zeldzaam; zeer zeldzaam in de Duindistricten en het Zuidlimburgs district.
KFK 777.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2100

%LABEL% (%SOURCE%)