Walstrobremraap
SL. 0907
Orobanche caryophyllacea Sm.
Familie Orobanchaceae.
Diagnostische kenmerken
Bloemkroon geheel roodachtig of bruinpaars, zelden gelig, (17-)20-35 mm lang. Lobben van boven- en onderlip dicht bezet met klierharen, ook langs de randen. Meeldraden op 1-4 mm boven de voet op de kroonbuis ingeplant. Stempel roodachtig of bruinpaars, zelden geel.
Hoogte bloeiende plant
0,10-0,60 m.
Bloeitijd
Mei-juni; begint meestal eerder te bloeien dan de andere Bremraapsoorten.
Levensvorm
Geofyt.
Standplaats
Parasiteert op Geel walstro - Galium verum en Glad walstro - Galium mollugo. Op droge, grazige plaatsen in de duinen, op rivierduintjes en -dijken.
Zeldzaamheid en verspreiding
Plaatselijk vrij algemeen in het Renodunaal district, zeldzaam in het Fluviatiel district; zeer zeldzaam in het Waddendistrict; soms adventief met zand.
KFK 655.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1080