Orobanche minor Sm.

Klavervreter
SL. 0901

Rode Lijst: Bedreigd.

Orobanche minor Sm.
Familie Orobanchaceae.

Diagnostische kenmerken
Stempel paarsrood. Bloemkroon 10-12(-18) mm lang. Tanden van de kelkhelften meestal veel langer dan de de rest van de kelkhelft. Helmdraden aan de voet weinig behaard, op 2-3 mm boven de voet op de kroonbuis ingeplant. Stengel lichtbruin, rood aangelopen, of paars.

Hoogte bloeiende plant
0,10-0,60 m.
Bloeitijd
Juni-augustus.
Levensvorm
Geofyt.

Standplaats
Parasiteert op Rode klaver - Trifolium pratense en tal van andere, vooral vlinderbloemige planten. Op vochtige, voedselrijke grond in graslanden, op dijken en in bermen, vooral op klei; vroeger veel in klavervelden.
Ook op tuinplanten, soms in bloempotten opslaand.


Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij zeldzaam in het Estuariƫndistrict en het aangrenzend Laagveendistrict en Kempens district, zeldzaam in het Zuidlimburgs district, zeer zeldzaam in het Fluviatiel district, het Subcentreuroop district en het Gelders district.
Soms adventief met klei.
KFK 665.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1079
Pagina 1081

%LABEL% (%SOURCE%)