Odontites vernus subsp. serotinus

Rode ogentroost
SL. 0509

Rode Lijst: Gevoelig.

Odontites vernus (Bellardi) Dum. subsp. serotinus (Syme) Corb.
Familie Orobanchaceae.

Diagnostische kenmerken
Vertakkingen (0-)2-8 paar, een hoek van 45°-90° met de hoofdas makend. Schutbladen gewoonlijk korter dan tot even lang als de bloemen. Eerste bloem op de (6e-)10e-20e knoop.

Hoogte bloeiende plant
0,05-0,80 m.
Bloeitijd
Juli-oktober.
Levensvorm
Therofyt.

Standplaats
Op open plaatsen op natte en zilte, grazige grond, en op tamelijk open plaatsen op vochtige, voedselrijke, grazige grond.

Zeldzaamheid en verspreiding
Plaatselijk vrij algemeen in het Maritiem district, de Duindistricten en het Estuariëndistrict, vrij zeldzaam in het Fluviatiel districten, de IJsselmeerpolders en het Zuidlimburgs district; zeldzaam maar plaatselijk vrij algemeen in het Noordelijk kleidistrict en Laagveendistrict, elders zeer zeldzaam.
KFK 877.

Opmerking
Daarnaast komen op zilte plaatsen vaak exemplaren van Odontites vernus subsp. serotinus voor die laag zijn en weinig vertakt. Zulke planten zijn nauwelijks onderscheidbaar van een derde ondersoort: Odontites vernus subsp. litoralis (Fr.) Nyman (FB. 0506), waarvan de taxonomische status omstreden is; daardoor is het zeer onzeker of deze laatste in Nederland voorkomt.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1064: Ondersoorten van O. vernus

%LABEL% (%SOURCE%)