Key: Step 4240. Ondersoorten C. oederi

2113a. Urntjes 3-4 mm lang. Onderste vrouwe-lijke aar gewoonlijk in of onder het midden van de stengel beves-tigd. Schede van het onderste schutblad aan de voor-zijde met een kort, vlie-zig aanhangsel. Zijdelingse stengels min of meer opstijgend. Bladen vlak of iets gootvor-mig, 2-3(-5) mm breed. Mannelijke aar meestal duidelijk gesteeld (steel 1-2 cm lang), zelden zittend. Vrouwelijke aren tot 13 mm lang, 6-8 mm breed. Geelgroene zegge.

Carex oederi subsp. oedocarpa

2113b. Urntjes 2-3 mm lang. Meestal geen vrouwelijke aar in het midden van de stengel bevestigd. Schede van het onderste schutblad zonder aanhangsel. Stengels rechtopstaand. Bladen gootvormig, 1-2 mm breed. Mannelijke aar zittend of zeer kort gesteeld. Vrouwelijke aren 5-8(-10) mm lang, 4-5 mm breed.

Dwergzegge.

Carex oederi subsp. oederi
Decision path