Key: Step 4948. 2458

2458a. Knopschubben lang blijvend, evenmin als de zijtakken met zittende gele klieren be-zet. Bladstelen met korte en lange gesteelde klieren, deze met een roodbruin klierknopje. Bladschijf aan de onderzijde meestal dicht be-zet met enkelvoudige haren, daartussen soms met kleine roodbruine zittende kliertjes; blad na wrijven zonder bijzondere geur. ‘Kelkbuis’ kaal. Kelkslippen afstaand. Bessen rood of wit. Bloemen van binnen geelachtig groen.

Stap 4949. 2459

2458b. Knopschubben vroeg afvallend, met gele klieren bezet. Zijtakken aan de voet met snoervormig gerangschikte gele zittende klieren. Bladstelen zonder of met weinige lange klierharen. Bladschijf aan de onderzijde met zittende gele klieren in wisselend aantal. Schutbladen spits. Kelkbuis klokvormig, zacht behaard en met gele klieren. Kelkslippen teruggerold. Bloemen van binnen roodachtig. Bessen zwart. Zwarte bes.

Ribes nigrum
Decision path